Reis door Marokko

22 maart 2015

Dag 33

Vandaag zaterdag 21 maart, begint bij ons de lente, wij hebben hier al de hele maand lente met gemiddelde temperaturen van 24 graden en nog geen regen van betekenis gehad. Ook vandaag vroeg uit de veren, om halfnegen worden we met 4 x 4 drivers opgehaald op de camping. We stappen samen met Leo en Jacquelinne in de jeep. De tocht is 150 km lang en voert ons eerst naar Tamegroute, een pottenbakkers dorp. De huizen zijn ook hier weer gebouwd van grote dikke lemen bakstenen. De kamertjes zijn klein en hebben hele kleine ramen om de hitte te weren in de zomer, temperaturen lopen op tot tegen de 50 graden. Onder de huisjes zijn allemaal gangen gebouwd met stallen waar in de zomer het vee staat. Alles is met lange gangen verbonden. Er bevinden zich talloze bedrijfjes onder de grond van, smeden, reparatiebedrijfjes en pottenbakkers. Ook bevinden zich er veel winkeltjes in de straten welke aardewerk verkopen. De tocht gaat verder via allerlei woestijn dorpjes tot we in Mhamid komen waar we voordat we echt de woestijn intrekken nog een kop koffie drinken. Mhamid is het laatste dorp dat nog zonder 4 x 4 bereikbaar is. Met tien Jeeps vliegen we de woestijn in, dan weer achter elkaar dan weer naast elkaar, gaat het in volle vaart door de woestijn. Dan hebben we alleen maar zand, dan een mix van zand en stenen, dan allen maar stenen, soms licht begroeid en natuurlijk de nodige zand duinen die op en af gereden moeten worden. We passeren soms een kudde dromedarissen, ezels en nomaden met honden. Verder is er weinig te zien in de woestijn. Af en toe stappen we even uit  om de benen te strekken, door de stevige wind worden we gezandstraald en moeten we stof happen. Op een enkele plaats komen we een waterput of een oases tegen waar de dieren hun dorst kunnen lessen. Tegen vijf uur arriveren we op het kamp waar de Berber tenten staan op geslagen. In elke tent kunnen vier personen slapen, wij richten samen met Leo en Jacquelinne de tent in. In de tent is het pikke donker, de tenten zijn gemaakt van een soort jute bekleed met dikke tapijten, de deur is ook een tapijt. De deur moet goed gesloten blijven anders slaap je op een zand bed. In de tent staan twee tweepersoons- stalenbedden met een laken en dekens en een zeer hard kussen. Tegen zes uur beklimmen we via de zandduinen de hoogste top van een zandduin om de zon onder te zien gaan. Door het vele losse zand en de opwaaiende zand was dit een hele kluif en alleen diegenen welke het aandurfde gingen  mee. De tocht duurde een half uur, na de gids was ik als eerste boven, van mijn conditie heb ik nog niet zoveel hoeven in te leveren ondanks dat ik al die tijd niet meer gefietst heb. Om half acht hadden we een gezamenlijk diner in een grote Berber tent. Tijdens de diners wordt er geen alcoholische drank geserveerd, dus stiekem eigen bier meenemen. Na het diner was er nog een kampvuur en de gelegenheid om wat kampvuur-liedjes te zingen. En dan de tent in om te slapen, wassen was er niet bij, alleen tanden poetsen, kleren uittrekken, zand er uit kloppen en het bed in. De tenten isoleerden slecht zodat je iedereen in de tenten om je heen nog kon verstaan, dus van slapen kwam nog even niets. Als er dan eindelijk geslapen werd moest zo nodig weer iedereen naar de wc, dus overal liepen mensen door de nacht met zaklantarens de weg naar hun eigen tent te zoeken. Sommige namen ook nog even de tijd om over de sterrenbeelden te discussieëren.