Reis door Marokko

31 maart 2015

Dag 43

Op deze dinsdagmorgen vertrekken we met oude Mercedes busjes uit de jaren zeventig met gordijntjes voor een excursie door de Hoge Atlas. We bezoeken nu twee mijnen die professioneel door de Fransen gerund zijn van 1923 tot 1952 om nu ook weer bariet, lood en koper te delven, In die mijnen werkten wel drieduizend mensen welke van heel Europa afkomstig waren. De Berber welke in die streek woonden wilden niet voor de Fransen werken, om die reden hebben de Fransen het omliggende dorp plat gebombardeerd. We zij een klein stukje de mijn in geweest om te zien hoe alles in z'n werk ging en hebben ook nog stenen gezocht waar nog halfedelstenen in te zien zijn. Vervolgens hebben we de bergdorpjes bezocht waar de mijnwerkers allemaal gewoond hebben, de meeste zijn inmiddels allemaal overleden aan stoflongen, er wonen hier en daar nog een paar gezinnen. Na de lunch in een Berberhut hebben we een schooltje bezocht en uitleg gekregen over het onderwijs welk op de lagere school gegeven wordt. Vanaf het tweede leerjaar wordt er onderwijs gegeven in de Berber, het Arabische en de Franse taal. Men heeft ons ook de schrijfwijze van de drie talen uitgelegd. Alle mee gebrachte spullen hebben we aan de leerkracht afgegeven, waaronder veel schrijfmateriaal, schriften en kleren. Daarna hebben we nog een pittige wandeling door de kloof gemaakt, waarbij we een trap van 632 treden omlaag gelopen zijn en genoten hebben van de wonderschone natuur. Tegen half vijf zijn we weer terug gereden naar de camping waar we tegen half zes aankwamen, tijd voor een biertje en een flinke douche, de temperatuur was weer dertig graden en het was er erg stoffig in de bergen.